Johannes 1:14 NBV
Het Woord is mens geworden
en heeft bij ons gewoond,
vol van goedheid en waarheid
en wij hebben Zijn Grootheid gezien,
de Grootheid van de enige Zoon van de Vader.
Categorie: .TEKENINGEN+bijbeltekst
Marcus 9:41
Marcus 9:41 NBV
41.Ik verzeker je:
wie jullie een beker water te drinken geeft
omdat jullie bij Christus horen,
die zal zeker beloond worden.
Hebreeën 10:19-22
Hebreeën 10:19-22 NBV
19.Broeders en zusters,
dankzij het bloed van Jezus kunnen we zonder schroom
binnengaan in het Heiligdom,
20.omdat Hij voor ons met Zijn lichaam
een weg naar een nieuw leven gebaand heeft,
door het voorhangsel heen.
21.We hebben nu een Hogepriester
die dienst doet in het huis van God;
22.laten we God dan naderen met een oprecht hart
en een vast geloof,
nu ons hart gereinigd is,
wij van een slecht geweten bevrijd zijn
en ons lichaam met zuiver water is gewassen.
1 Petrus 3:18-20..
1 Petrus 3:18-20 uit NBV.
…ook Christus immers heeft,
terwijl Hij zelf rechtvaardig was,
geleden voor de zonden van de onrechtvaardigen,
voor eens en altijd om u zo bij God te brengen.
Naar het lichaam werd Hij gedood
maar naar de Geest tot leven gewekt.
Hij is naar de geesten gegaan die gevangen zaten,
om dit alles te verkondigen aan hen
die ten tijde van Noach weigerden te gehoorzamen,
toen God geduldig wachtte en de ark gebouwd werd.
In de ark werden slechts enkele mensen,
acht in totaal,van de watervloed gered.
Filippenzen 4:6-9
Filippenzen 4:6-9NBV
Weest in geen ding bezorgd,
maar laten bij alles uw wensen door gebed
en smeking met dankzegging bekend worden bij God.
En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat,
zal uw harten en uw gedachten behoeden in Christus Jezus.
Voorts, broeders en zusters, al wat waar ,al wat waardig,
al wat rechtvaardig is, al wat rein, al wat beminnelijk,
al wat welluidend is, al wat deugd heet en lof verdient,
bedenkt dat; wat u geleerd en overgeleverd is,
wat gij van mij gehoord en gezien hebt,
brengt dat in toepassing
en de God des vredes zal met u zijn.
1 Tessalonicenzen 5:16-22
16.Wees altijd verheugd, 17.bid onophoudelijk,
18.dank God onder alle omstandigheden,
want dat is wat Hij van u,
die één bent met Christus Jezus, verlangt.
19.Doof de Geest niet uit
20.en veracht de profetieën niet die Hij u ingeeft.
21.Onderzoek alles, behoud het goede
22.en vermijd elk kwaad,
in welke vorm het zich ook voordoet.
Hebreeën 12:2 748T
Laten we daarbij de blik gericht houden op Jezus,
de grondlegger en voltooier van ons geloof:
denkend aan de vreugde die voor Hem in het verschiet lag,
liet Hij zich niet afschrikken door de schande van het kruis.
Hij hield stand en nam plaats aan de rechterzijde
van de troon van God.
Jacobus 1:19-22
Jacobus 1:19-22 NBV
19.Geliefde broeders en zusters,onthoud dit goed:
ieder mens moet zich haasten om te luisteren,
maar traag zijn om te spreken,traag ook in het kwaad worden.
20.Want de woede van een mens brengt niets voort
dat in Gods ogen rechtvaardig is.
21.Wees daarom zachtmoedig en leg alle verdorvenheid
en elk denkbaar wangedrag af.
En aanvaard zo de boodschap die in u is geplant
en die u kan redden.
22.Vergis u niet: alleen horen is niet genoeg,
u moet wat u gehoord hebt ook doen.
1 Tessalonicenzen 4:13-18
1 Tessalonicenzen 4:13-18 NBV
13.Broeders en zusters,
wij willen u niet in het ongewisse laten over de doden,
zodat u niet hoeft te treuren zoals zij die geen hoop hebben.
14.Want als wij geloven dat Jezus is gestorven
en is opgestaan,
moeten wij ook geloven dat God door Jezus
de doden naar zich toe zal leiden,
samen met Jezus zelf.
15.Wij zeggen u met een woord van de Heer:
wij ,die in leven blijven tot de komst van de Heer,
zullen de doden in geen geval voorgaan.
16.Wanneer het signaal gegeven wordt,
de aartsengel zijn stem verheft
en de bazuin van God weerklinkt,
zal de Heer zelf uit de hemel neerdalen.
Dan zullen eerst de doden die Christus toe behoren opstaan,
17.en daarna zullen wij, die nog in leven zijn,
samen met hen worden weggevoerd op de wolken
en gaan de Heer in de lucht tegemoet.
Dan zullen we altijd bij Hem zijn.
18.Troost elkaar met deze woorden.
Kolossenzen 3:12-15
Kolossenzen 3:12-15 NBV
12.Omdat God u(ja jou!)heeft uitgekozen,
omdat u Zijn heiligen bent en Hij u liefheeft,
moet u zich kleden in innig medeleven,
in goedheid, bescheidenheid, zachtmoedigheid en geduld.
13.Verdraag elkaar en vergeef elkaar als iemand
een ander iets te verwijten heeft;
zoals de Heer u vergeven heeft, moet u elkaar vergeven.
14.En bovenal, kleed u in de liefde, dat is de band
die u tot een volmaakte eenheid maakt.
15.Laat in uw hart de vrede van Christus heersen,
want daartoe bent u geroepen als de leden
van één lichaam. Wees ook dankbaar.
1 Johannes 4:20+21(555)
1 Johannes 4:20+21 NBV
20.Als iemand zegt: ik heb God lief
maar hij haat zijn zuster of broeder,
is hij een leugenaar.
Want iemand kan onmogelijk God,
die hij nooit gezien heeft liefhebben,
als hij de ander die hij wel ziet, niet liefheeft.
21.We hebben dan ook dit gebod van Hem gekregen:
wie God liefheeft, moet ook de ander liefhebben.
Prediker 8:16+17(551)
Prediker 8:16+17 NBV
16.Ik(Prediker)zocht met heel mijn hart
naar wijsheid.
Alles wat de mens op aarde onderneemt,
wilde ik doorgronden.
Nooit geeft hij zijn ogen rust,
dag noch nacht,
17.maar bij alles wat God doet onder de zon,
zo heb ik ingezien,doet Hij wat Hij doet.
De mens is niet in staat de zin ervan te vinden.
Hij tobt zich af en zoekt er naar,
maar hij vindt hem niet
en al zegt de wijze dat hij inzicht heeft,
ook hij is niet instaat de zin ervan te vinden.
Prediker 11:4-6
Prediker 11:4-6 NBV
4.Wie altijd op de wind let,
komt nooit aan zaaien toe;
wie altijd naar de wolken kijkt,
komt nooit aan maaien toe.
5.Je kent de wegen van de wind niet,
je kent het kind dat in de moederschoot groeit niet,
zo ken je ook de daden niet van God,
die alles maakt.
6.Zaai van de morgen tot de avond.
Laat je hand niet rusten,
want je weet niet of het zaad
de ene of de andere,
of elke keer ontkiemen zal.
Handelingen 17:24-28
24.De God die de wereld heeft gemaakt en alles wat er leeft.
Hij die over hemel en aarde heerst,
woont niet in door mensenhanden gemaakte tempels.
25.Hij laat zich ook niet bedienen door mensenhanden
alsof er nog iets is dat Hij nodig heeft,
Hij die zelf aan iedereen leven en adem
en al het andere schenkt.
26.Uit één mens heeft Hij de hele mensheid gemaakt,
die Hij over de hele aarde heeft verspreid;
voor elk volk heeft Hij een tijdperk vastgesteld
en Hij heeft de grenzen van hun woongebied bepaald.
27.Het was Gods bedoeling dat ze Hem zouden zoeken
en Hem al tastend zouden kunnen vinden,
aangezien Hij van niemand van ons ver weg is.
28.Want in Hem leven wij, bewegen wij en zijn wij
of, zoals ook enkele van uw eigen dichters hebben gezegd:
Uit Hem komen ook wij voort.
Matteüs 5:14-16
Matteüs 5:14-16 NBV
14.Jullie zijn het licht in de wereld.
Een stad die boven op een berg ligt,
kan niet verborgen blijven.
15.Men steekt ook geen lamp aan
om hem vervolgens onder een korenmaat weg te zetten,
nee, men zet hem op een standaard,
zodat hij licht geeft voor ieder die in huis is.
16.Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen,
opdat ze jullie goede daden zien
en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel.
Hebreeën 1:1+2
Hebreeën 1:1+2 uit NBV
1.Op velerlei wijzen en langs velerlei wegen
heeft God in het verleden tot de voorouders gesproken
door de profeten,
2.maar nu de tijd ten einde loopt
heeft Hij tot ons gesproken door Zijn Zoon,
die Hij heeft aangewezen als enig erfgenaam
en door wie Hij de wereld heeft geschapen.
Filippenzen 1:9-11
Filippenzen 1:9-11 uit NBV
9.En ik bid dat uw liefde blijft groeien door inzicht
en fijnzinnigheid,
10.zodat u kunt onderscheiden waar het op aan komt.
Dan zult u op de dag van Christus zuiver
en onberispelijk zijn,
11.vol van de vruchten van de gerechtigheid,
die u dankt aan Jezus Christus,
tot lof en eer van God.
Lucas 12:22-26
Zo vaak baal ik van mezelf
omdat ik niet weet wat voor kleren ik aan wil
en toen las ik deze tekst:Lucas 12:22-26 NBV
22.Jezus zei tegen Zijn leerlingen:
Om deze reden zeg ik tegen jullie:
maak je geen zorgen over jezelf
en over wat je zult eten, noch over je lichaam
en over wat je zult aantrekken.
23.Want het leven is meer dan voedsel
en het lichaam meer dan kleding.
24.Kijk naar de raven:ze zaaien niet en oogsten niet,
ze hebben geen voorraadkamer en geen schuur,
het is God die ze voedt.
Hoeveel meer zijn jullie niet waard dan de vogels!
25.Wie van jullie kan door zich zorgen te maken
één el aan zijn levensduur toevoegen?
26.Als jullie dus zelfs het geringste al niet kunnen,
waarom maken jullie je dan zorgen over de rest?
1 Korintiërs 15:20-23 Hemelvaart
1 Korintiërs 15:20-23 uit NBV. 20.Maar Christus is werkelijk uit de dood opgewekt, als de eerste van de gestorvenen. 21.Zoals de dood er is gekomen door een mens, zo is ook de opstanding uit de dood er gekomen door een mens. 22.Zoals wij door Adam allen sterven, zo zullen wij door Christus allen levend worden gemaakt. 23.Maar ieder op de voor hem bepaalde tijd: Christus als eerste en daarna, wanneer Hij komt, zij die Hem toebehoren.
2 Korintiërs 8:11-13
2 Korintiërs 8:11-13 uit NBV
11.Rond deze nu met dezelfde inzet af
als waarmee u begonnen bent,
dan blijft het niet bij goede bedoelingen.
Dus geef naar vermogen.
12.Als u bereid bent mee te doen,
wordt niet verwacht dat u geeft
van wat u niet heeft.
13.Het is niet de bedoeling dat u door
anderen te helpen zelf in moeilijkheden raakt.
Er moet evenwicht zijn.
Lucas 24:25-27
Lucas 24:25-27 NBV
25.Toen zei Jezus tegen de Emmaüsgangers:
Hebt u dan zo weinig verstand
en bent u zo traag van begrip dat u niet gelooft
in alles wat de Profeten gezegd hebben?
26.Moest de Messias al dat lijden niet ondergaan
om Zijn glorie binnen te gaan?
27.Daarna verklaarde Hij hun wat er in al de Schriften
over Hem geschreven stond
en Hij begon bij Mozes en de Profeten.
Psalm 107:23-31
Evenwichtsstoornis.
Psalm 107:23-31 uit NBV
23.Soms daalden zij af naar zee,
gingen scheep en bevoeren het wijde water,
24.ze zagen de daden van de Heer,
zijn wonderen op de oceaan.
25.Hij sprak en ontketende storm,
hoog zweepte Hij de golven op.
26.Zij stegen tot aan de hemel,
vielen neer in de diepte,
hun maag keerde om van ellende,
27.ze tolden en tuimelden als dronkaards,
alle kennis baatte hun niets.
28.Ze riepen in hun angst tot de HEER-
Hij leidde hen weg uit vele gevaren,
29.Hij bracht de storm tot zwijgen,
de golven gingen liggen.
30.Het verheugde hen dat de zee tot rust kwam,
Hij bracht hen naar een veilige haven.
31.Laten zij de HEER loven om Zijn trouw,
om Zijn wonderen aan mensen verricht,
32.Hem hoog verheffen als het volk bijeen is
Hem loven in de kring van de oudsten.