Losgesneden.

Losgesneden.


Een hart doet zo’n pijn.
Een hart dat hijgt van angst,
van zorgen,van wanhoop.
Wanhoop snijdt een ziel aan stukken.
Verbrijzelt heel de levenszin.
Het doel,
waarvoor geleefd werd,
de liefde van dat hart,
met wie alles gedeeld werd,
met wie er kinderen ontvangen werden,
die persoon die het leven inhoud gaf,
is weggenomen.
Gestorven en begraven.
Niets lijkt er meer van waarde.
Niemand kan diegene vervangen.
Nu word je s’morgens alleen wakker,
s’avonds ga je alleen naar bed,
nog vol van de verhalen van de afgelopen dag,
die je nu niet kwijt kunt.
Je mist de geborgenheid,
het veilige gevoel van die arm om je heen.
Zo ook het gewoon samen stil zijn.
Al het oude vertrouwde is mee het graf in gegaan.

De gene die blijft is Jezus.
Hij is een houvast in die grote nood.
Iemand die in jouw diepste wanhoop,
een hand naar je uitsteekt.
Het leven gaat door,
maar zal nooit meer het zefde zijn als toen,
van alles samen.
Een verbrijzelt hart,
een kapot geslagen ziel,
is zo kostbaar in Jezus ogen.
Weet dat je gekoesterd word.
Hij ziet,Hij weet,Hij voelt zich precies als jij.
Hij is geslagen,Hij is verlaten,Hij is gekruisigd,
Hij is gestorven.
Hij is opgestaan en stuurde de Heilige Geest,
om zo in jou te kunnen zijn,
in al jouw pijn,in al jouw verdriet,
in al jouw wanhoop.
Weet,geloof en ervaar,
ook al kun je nu voor je gevoel niet verder.
Hij draagt je.

Mijn mam.
Zo oud
zo mooi
en niet gebroken,
staande gebleven
met God.

Leni.