Kunst.

Kunst.

Een grillige stronk
staat bij mij
te pronk
in de tuin.

Restant van een oude boom,
door iemand uit de grond gespit
en aan mij kado  gedaan.
Ik verbaas me over de vorm

en over het vergankelijke.                                                                                                                                                                                                               

De stronk
valt inmiddels bijna uit elkaar,
is aan het vergaan
en zal verdwijnen.

Het begin
van de boom
was één cel,
het einde net zoiets.
Zoiets…..
als stof.

Wonderlijk
van bijna iets
tot hele grote boom.
En weer terug
tot bijna niets.

Leni.