Kolossenzen 1:24-26 T938

Kolossenzen 1:24-26 NBV
24.Ik (Paulus)ben blij dat ik nu voor u lijd
en dat ik in mijn lichaam mag aanvullen
wat er nog aan Christus’ lijden ontbreekt,
ten behoeve van Zijn lichaam, de Kerk,
25.waarvan ik de dienaar ben.
Met het oog op u heeft God mij
die dienende taak toevertrouwd,

opdat Zijn Boodschap in al haar volheid verkondigd wordt:
26.het mysterie dat in alle eeuwen
en voor alle generaties verborgen is geweest,
maar nu aan Zijn heiligen onthuld is