Pioenroos.

Pioenroos.

In de knop nog
zo kwetsbaar en zo teer.

Beginnend open te gaan
voorzichtig kleur bekennen
elke dag een stukje meer.

En dan op Gods tijd
een ontluikend wonder.

Een ontvouwen van
z
o veel blaadjes
zo vreselijk veel
zo mooi
zo prachtig
zo kleurrijk
zo van God.
Zo Zijn schepping.

Een mens in de knop nog,
door God aangeraakt.
Zo kwetsbaar en zo teer.
Voorzichtig kleurbekennend,
uitkomen voor het Christen zijn.
Groeiend elke dag een stukje meer.
En dan op Gods tijd
tot bloei komen
zo mooi
zo prachtig
zo kleurrijk
zo van God.

Zo Zijn schepping.

 

Een geheim.

Een geheim.


Diep van binnen
in de stam
van deze boom zaten
twee harten verborgen.
Toen de boom
nog in volle glorie was,
kon niemand
ze zien.
Maar nu,
is de boom geveld
en werd haar geheim
onthuld.


Al die mooie takken
en bladeren,
waar ze ooit
mee was getooid,
alle pracht en praal,
is allemaal van haar geroofd.
Ze ligt klaar
om te worden gekloofd
en verbrand.
Om al haar warmte
af te geven.

Die twee
mooie harten
gaan met haar mee de kachel in
.

Leni.

Witte streep.

Witte streep.


Een vliegtuig
laat zijn sporen na
hoog in de blauwe lucht.
Dierbaren van heel ver weg
brengt hij voor even bij je terug.
Een omhelzing,
een paar weken genieten van elkaar.
En veel te snel gaat de tijd voorbij.
Een vliegtuig laat zijn sporen na,
een spoor van herinneringen.

Sporen
van herinneringen
blijven achter
in mijn hart.
Wat was het fijn.

Leni.

Kunst.

Kunst.

Een grillige stronk
staat bij mij
te pronk
in de tuin.

Restant van een oude boom,
door iemand uit de grond gespit
en aan mij kado  gedaan.
Ik verbaas me over de vorm

en over het vergankelijke.                                                                                                                                                                                                               

De stronk
valt inmiddels bijna uit elkaar,
is aan het vergaan
en zal verdwijnen.

Het begin
van de boom
was één cel,
het einde net zoiets.
Zoiets…..
als stof.

Wonderlijk
van bijna iets
tot hele grote boom.
En weer terug
tot bijna niets.

Leni.

Plat.

 Plat.

De werkelijkheid
van wat je voelt en hebt gezien,
laat zich niet zomaar
aan de ander uitleggen.
Want,
je ruikt immers
de geur van bloemen niet.
Je hoort het bulderend geluid
van een waterval niet.
Je mist de adembenemende diepte
als je boven op een rots staat.
De hoogte van een berg is
op een foto niet te meten.
Je voelt de kou niet
van sneeuw en ijs.
Echt delen en genieten kan pas,
als je het samen ziet,
samen ruikt,
samen beleeft.

Maar sommige foto’s
zijn zo prachtig en knap gemaakt,
die zijn niet plat.

Leni.
Ik heb die gave niet:-)

Zo oud.

Zo oud.

Boom.
Wat ben jij
een wonder.
Speciaal jij.
Zo vaak
door het leven
geslagen.
Zo vaak
door mensen
gesnoeid.
Maar toch
ondanks alles
en je tranen van verdriet,
ben jij zo
groot
gegroeid.

Leni.

Nacht.

Nacht.


De kontoeren
van zwarte bomen
steken af
tegen de avondlucht.
Totdat echt alles
donker wordt
en er niets meer is te zien.

Als je geluk hebt
zijn er sterren
zo vreselijk
ontzettend veel
en al die lichtjes
zijn dan
jouw baken
in de duisternis.

Leni.

Kijken.

Kijken.


Zomaar liggend naar de wolken staren
fantaseren over wat ik denk te zien.
Zou het een kip zijn
of een haan misschien?
Verbaasd zijn over zo veel vormen
die de wind geblazen heeft.
En dit zomaar fantaseren
is iets,
dat in mijn hart weer vrede geeft.

Want tijdens al dit fantaseren
speelt God een hele grote rol,
want Hij schiep wolken,lucht en winden
en maakte heel de aarde vol.

Leni.

Droog en nat.

Droog en nat.

Licht en donker
zon en regen
ik kwam het
zomaar tegen.
Grijs en blauw
land en zee
intens
speelde ik  mee.

Zo stond ik in de regen
en dan weer in de zon.
Ik ben alleen vergeten
waarmee het spel begon.

Leni.

Huilende boom.

Huilende boom.


Ik had nog nooit
een boom zien huilen.
Maar toen ik deze zag
was ik geroerd.
De tranen lijken te komen
uit echte ogen
en druppen langs de stam
naar beneden.
De wortels vormen schalen
waarin de tranen
worden bewaard.
Een boom met veel verdriet.
Hij staat op de begraafplaats
waar mijn pap begraven ligt.
Misschien,
huilt de boom de tranen,
die ik nog steeds niet
huilen kan.
__
De boom lijkt hier
op een opgeheven hand
naar de hemel,
met de wonden van spijkers.
Deze foto deed me denken
aan de handen van Jezus.

Leni.

Een avondlied.

Een avondlied.


Een merel zingt
in onze tuin,
hij houdt daarbij
zijn kopje schuin,
om mij
te kunnen zien.

Ik sta heel stil
en luister,
nog even
en dan is het duister,
het zingen
weer voorbij.

Leni.

Op tafel.

Op tafel.

Een vaas vol

prachtige rode rozen

doen mij

van verrukking blozen.

Ze staan als een zonnetje

te schijnen

en laten de kou

uit mijn hart verdwijnen.

Leni.