2 Timoteüs 2:24-26

2 Timoteüs 2:24-26 NBV
Een dienaar van de HEER moet geen ruzie maken,
maar voor iedereen vriendelijk zijn:
hij moet een goede leraar zijn en een verdraagzaam mens
en zijn tegenstanders zachtmoedig terechtwijzen.
Dan brengt de HEER hen misschien tot inkeer,
zodat zij de waarheid leren kennen
en ontsnappen uit de valstrik van de duivel,
die hen levend gevangen heeft genomen
en hen dwingt zijn wil te doen.