Psalm 139:7-12 NBG
7.Waarheen zou ik gaan voor Uw Geest,
waarheen vlieden voor Uw aangezicht?
8.Steeg ik ten hemel-Gij zijt daar,
of maakte ik het dodenrijk
tot mijn sponde-Gij zijt er;
9.nam ik vleugelen van de dageraad,
ging ik wonen aan het uiterste der zee,
10. ook daar zou Uw hand mij geleiden,
Uw rechterhand mij vastgrijpen.
11. Zeide ik:
Duisternis moge mij overvallen,
dan is de nacht een licht om mij heen;
12. zelfs de duisternis
verbergt niet voor U,
maar de nacht licht als de dag,
de duisternis is als het licht.