1 Korintiërs 12:28-31


Het  lichaam van Christus!

1 Korintiërs 12:28-31 NBG
28.En God heeft sommigen aangesteld
in de gemeente, ten eerste apostelen,
ten tweede profeten,
ten derde leraars, verder krachten,
daarna gaven van genezing,

bekwaamheid om te helpen,
om te besturen,
en verscheidenheid van tongen.

29.Zijn zij soms allen apostelen?
Allen profeten?

Allen leraars? Allen krachten?
30.Hebben soms allen gaven van genezing?
Spreken soms allen in tongen?
Vertolken zij soms allen?
31. Streef dan naar de hoogste gaven.
En IK wijs u een weg,
die nog veel verder omhoog voert.

1 Korintiërs 12:22-25


Het lichaam van Christus!

1 Korintiërs 12:22-25 NBG
22.Ja, veeleer zijn die leden
van het lichaam,

welke het zwakst schijnen,
noodzakelijk,
23.en juist die delen van het lichaam,
welke wij minder in ere houden,
bekleden wij meer eervol,
en onze minder edele leden worden
met groter eer behandeld,

24.doch onze edele leden hebben
dat niet nodig.

God heeft evenwel het lichaam
zó samengesteld, dat Hij meer eer
gaf aan
hetgeen misdeeld was,
25.opdat er geen verdeeldheid zou zijn,
maar de leden gelijkelijk voor elkander
zouden zorgen.

1 Korintiërs 12:19-21


Het lichaam van Christus!

1 Korintiërs 12:19-21 NBG
19.Indien zij alle één lid vormden,
waar bleef het lichaam?
20.Maar nu zijn er wel vele leden,
doch slechts één lichaam.
21.En het oog kan niet zeggen tot de hand:
ik heb u niet nodig,
of ook het hoofd tot de voeten:
ik heb u niet nodig.

1 Korintiërs 12:17+18


Het lichaam van Christus!

1 Korintiërs 12:17+18 NBG
17.Als het lichaam geheel
en al oog was, waar bleef het gehoor?
Als het geheel en al gehoor was,
waar bleef de reuk?
18.Nu heeft God echter de leden,
elk in het bijzonder,
hun plaats in het lichaam
aan gewezen,

zoals Hij heeft gewild.

1 Korintiërs 12:14-16


Het lichaam van Christus!

1 Korintiërs 12:14-16 NBG
14. Want het lichaam bestaat toch ook niet
uit één lid, maar uit vele leden.
15.Indien de voet zeggen zou:
omdat ik niet de hand ben,

behoor ik niet tot het lichaam,
behoort hij daarom niet tot het lichaam?
16.En indien het oor zeggen zou:
omdat ik niet het oog ben,
behoor ik niet tot het lichaam,
behoort het daar om niet tot het lichaam?

1 Korintiers 12:12+13


Het lichaam van Christus!

1 Korintiërs 12:12+13 NBG
12.Want gelijk het lichaam één is
en vele leden heeft, en al de leden
van het lichaam, hoe vele ook,
één lichaam vormen, zo ook Christus;
13.want door één Geest zijn wij allen
tot één lichaam gedoopt,
hetzij Joden, hetzij Grieken,
hetzij slaven,
hetzij vrijen en allen
zijn wij met één Geest gedrenkt.

Efeziërs 4:15+16 NBG


Het lichaam van Christus!

Efeziërs 4:15+16 NBG
…15.maar dan groeien wij,
ons aan de waarheid houdende,
in liefde in elk opzicht naar Hem toe,
die het hoofd is, Christus.
16.En aan Hem ontleend het gehele lichaam
als een welsluitend geheel
en bijeengehouden door de dienst
van al Zijn geledingen naar de kracht,
die elk lid op zijn wijze oefent,
deze groei des lichaams, om zichzelf
op te bouwen in de liefde.

Efeziërs 2:10 NBG

Het lichaam van Christus!

Efeziërs 2:10 NBG
10.Want Zijn maaksel  zijn wij,
in Christus Jezus geschapen
om goede werken te doen,
die God tevoren bereid heeft,
opdat wij daarin zouden wandelen.

Efeziërs 4:4-6 NBG


Het lichaam van Christus!

Efeziërs 4:4-6 NBG
4….één lichaam en één Geest,
gelijk gij ook geroepen zijt in de ene hoop
uwer roeping,
5.één Here, één geloof, één doop,
6.één God en Vader van allen,
die is boven allen en door allen
en in allen.

Efeziërs 1:22+23


Het lichaam van Christus!

Efeziërs 1:22+23 NBG
22.En Hij(God) heeft alles
onder Zijn (Jezus) voeten gesteld
en Hem als hoofd boven al wat is,
gegeven aan de gemeente,
23.die Zijn lichaam is, vervuld met Hem,
die alles in allen volmaakt.

1 Korintiërs 12:26+27


Het lichaam van Christus!

1 Korintiërs 12:26+27 NBG
26.Als één lid lijdt, lijden alle leden mede,
als één lid eer ontvangt,
delen alle leden in de vreugde.
27.Gij nu zijt het lichaam van Christus
en ieder voor zijn deel leden.

Het lichaam van Jezus.

Scannen0005

  Het lichaam van Jezus.

Jij die goed kan kijken
mag het oog zijn om te zien
waar een ander aan voorbij gaat.

Jij die goed kan horen
mag het oor zijn om te luisteren
naar wat een ander niet kan verstaan.

Jij die goed kan praten
mag de mond zijn om te spreken
waar een ander geen woorden voor heeft.

Jij die handig bent
mag de hand zijn om te creëren
waar een ander geen talent voor heeft.

Jij die sterk bent
kan helpen dragen
waar een ander geen kracht voor heeft.

Jij die gevoelig bent
mag…….

Jij die goed kan troosten……

Jij die goed kan……

Jij…….ja jij!!!!!

Samen zijn wij het lichaam van Jezus.

Leni.

1 Korintiërs 12:12 uit NBV.
een lichaam is een éénheid
die uit vele delen bestaat;
ondanks hun veelheid vormen al die delen
samen één lichaam.
Zo is het ook met het lichaam van Christus.

1 Korintiërs 12:27 uit NBV.
Welnu, u bent het lichaam van Christus
en ieder van u maakt daar deel vanuit.