Even uitrusten van het fietsen.

Even uitrusten van het fietsen.

Op een schitterend plekje in het bos
stond een uitnodigend bankje.

Ik kon de verleiding niet weerstaan
en nam het bankje in beslag.

Vol verwondering keek ik om me heen.
Voor mij lag een bruggetje
het splitste het vennetje doormidden.

De zon speelde zijn spel van licht
en donker met de bomen en het stoffige water.

Mijn hart ging wagenwijd open
om de geluiden van het bos op te slurpen.
Ik hoorde het kloppen van een specht.
Jezus klopte even op de deur van mijn hart.
Ik hoorde het koeren van een duif.
Jezus riep mijn naam.
Ik nam het hele zachte geritsel van de bladeren waar.
God in een zachte bries?
Achter mij stond een boom
met een wel heel lelijk litteken uit de oorlog.
Iemand kerfde met een mes een hakenkruis in zijn stam.

   
Aan de achterkant zag ik een pijl naar boven wijzend.   

Mensen die de oorlog meegemaakt hebben of nog…
dragen daar de littekens van met zich mee.

In hun hart of letterlijk op hun lijf.
In de verte zag ik een boom die begint in één dikke stam
maar zich splitste in drie volwassen bomen.
Vader,Zoon en Heilige Geest.

Om mij heen zag ik ook dode rottende bomen,
door paddestoelen in beslag genomen,
zij zullen net als mensen tot stof vergaan.

God was hier even zo heel dichtbij.
Maar het bijzondere moment werd wreed verstoord
door de wereldse geluiden van alle dag.
Een vliegtuigje vloog over.
Ik stapte weer op mijn fiets
en vervolgde mijn weg.

Leni.

Samen wandelen.

Samen wandelen.

Ik ken iemand die al jaren niet kan lopen.
Die dag en nacht,ieder uur en elke minuut heel veel pijn heeft
en stille ongeziene tranen schreit.
Omdat zo te moeten leven niet menselijk is.
Zo moeilijk te dragen en te accepteren is,
om afhankelijk te zijn van mensen die wel alles kunnen.
Dan schaam ik mij diep,als ik zelf door een pijntje of ongemak
uit mijn humeur en uit mijn ritme van alle dag raak.
Voor een poosje uit balans zal zijn misschien,
omdat ik dan niet kan doen wat ik zo gewend was om te doen.
Als ik dan aan die persoon denk,
voel ik me beschaamd om mijn gebrek aan dankbaarheid.
Beschaamd omdat ik God
niet eens elke dag voor dit voorrecht bedank,
dat zeer zeker niet zomaar vanzelf sprekend is.
Alles zomaar zonder één centje pijn  kunnen doen.
Ik sta daar niet eens bij stil.

Die persoon kan ik nooit helemaal begrijpen,
al doe ik nog zo mijn best,
omdat ik die pijn niet voelen kan.
Ik kan mezelf niet eens voorstellen hoe het is
om nooit te kunnen lopen,
of hoe het voelt om afgewezen of genegeerd te worden.
Machteloos voel ik mij omdat ik niet helpen kan.
Luisteren dat is alles wat ik kan,even meehuilen misschien,
maar verder….
Daarna leef ik gewoon weer mijn eigen leven…en dat mag.
Maar die persoon…………………….is van binnen zo alleen.

Ik dank God,
dat Hij mij op mijn ondankbaarheid gewezen heeft.
Hij gebruikte die persoon voor de les die ik moest leren.

Vader in de Hemel,
wat zou ik graag SAMEN wandelen,
ik vraag het U in Jezus Naam.
Amen.

Leni.

De duif.

De duif.

Op de begraafplaats van een klooster,
stond ik in een klein open kapelletje,
in gedachten voor een levens groot beeld
van de gekruisigde Jezus.
Ik probeerde mij een voorstelling te maken,
van wat Jezus voor mij gedaan heeft.
Mijn blik dwaalde over het beeld van Jezus.
Ik keek naar de nagels door Zijn Handen.
Ik keek naar Zijn doorboorde voeten.
Ik keek naar Zijn hoofd gekroond
met de doornenkroon,
naar het bloed dat droop over Zijn gezicht.
Ik keek naar de wond in Zijn zij.
Ik probeerde me in te leven in de pijn,
die Hij voelde daar aan dat kruis.
Ik zag hoe Hij leed voor mij,
om mij van zonden te bevrijden.
Ik stond daar met gevouwen handen
onder mijn kin,
mijn ogen en hart gericht op Jezus en keek…
en voelde Zijn grote liefde voor mij.

Zomaar in eens vloog
een spierwitte duif naar binnen,
ging zitten op het kruis en liep wat heen en weer.
Toen stond hij stil en keek mij zacht koerend aan,
ik hield mijn gevouwen handen voor mijn mond,
durfde bijna geen adem te halen.
Ik stond daar in stille verwondering,
te kijken naar die witte duif op het kruis.

Door de duif gingen mijn gedachten
naar de Doop van Jezus,
toen de Geest van God als een duif uit de hemel
op Hem neerdaalde
en uit de hemel een stem klonk die zei:
Dit is Mijn geliefde Zoon,in Hem vind Ik vreugde.

Zacht koerend vloog de duif recht over mij heen
weer naar buiten.
Mij vol van vreugde achter latend,
over dit kleine wonder.
Ik mocht dit zomaar zien in alle rust en stilte
en werd door niemand gestoord.
  

Licht als een veer verliet ik de begraafplaats,
opzoek naar iemand aan wie ik vertellen kon
wat ik had beleefd.
En besefte wat Jezus voor mij betekent.

Wat Jezus deed voor mij,deed Hij ook voor jou.
  

Leni.

Een uurtje in de auto.

Een uurtje in de auto.

Ik heb vandaag de hemel gelezen als de Bijbel.
Ik heb er van genoten.
De hemel was vol kleuren, van sneeuwwit tot donkergrijs.
De zon, van voorspoed,
speelde verstoppertje met de witte wolken,
maar verraadde zich door zijn warme stralen.
In de verte geselden dikke buien de akkers,
zonder regen is er geen groei.
Zo voelen ook wij vaak de striemen van het leven,
dat is onze geestelijke groei.
Soms werd er ook boven mij een dikke bui leeggestort.
Het kwam en ging, net als de golven van het leven.
Door de zon glansde heel de hemel en de aarde.
Ik heb er vol verwondering naar gekeken,
er was zo vreselijk veel te zien.
Tussen de witte wolken zag ik prachtig hemelsblauw,
het blauw van optimaal geluk.

Ik zag zelfs de kleur turqoise, als een oase
tussen al dat grijs van tegenspoed.
Net toen ik dacht, dit alles is net als in een mensenleven,
maar waar is God in dit geheel,
draaide de weg en tot mijn grote verbazing
zag ik recht voor me een regenboog verschijnen.
Zo mooi, zo prachtig.
Hij groeide uit tot een complete boog,
zelfs zijn schaduw was te zien.
De boog kwam zelfs zo dichtbij dat ik de kleuren
op de motorkap zag.
Wauw, hier was God!
Met Zijn teken van Zijn verbond.
Zo dichtbij wil God zijn bij mensen.
Ik was in tranen,
zo had God mij op dit moment geraakt.

Ik ben heelhuids thuis gekomen,
Vader dank U wel.

leni@vanmarion.nl