IK ben er.. voor jou.
God is er.. voor jou.
Ik(HIJ)raakt jou aan,
zoals deze straal
van de zon jou aanraakt
en jou verlicht.
IK(HIJ) kent jou, IK (HIJ)weet wie en hoe jij bent.
IK (HIJ)voelt hoe jij je voelt op dit moment
en weet ALLES van jou.
IK(HIJ) kende jou immers al ver voor jij bestond.
IK(HIJ) raakt jou aan,
niet voor één enkel kort moment,
zoals nu deze zonnestraal jou raakt..
maar altijd, jouw hele leven lang,
IK(HIJ IS) ben bij jou met Mijn(ZIJN) liefde,
in jouw vreugde en nu in jouw verdriet.
IK(HIJ) zet jou in Mijn(ZIJN) licht,
IK(GOD) ben(IS) er.. voor jou.
NU.
Leni.