De loper.
Een sleutel van symbolen.
Een sleutel voor een hart.
Voor een hart,
zo onbereikbaar,
zo onaanraakbaar voor mensen.
Een hart nog zo op slot.
Zelfs het sleutelgat is
door pijn en verdriet verroest.
Misschien ook wel
door woede om afwijzing.
Een hart door niets te raken,
door geen liefde te breken,
het laat zich door geen mens verzachten.
Een hart dat door omstandigheden
zo hard als steen geworden is.
Alleen God kan op Zijn tijd,
met Zijn loper,
zo’n hart open maken.
Die sleutel van God laat zich door woede,
pijn en verdriet niet tegen houden.
Alleen door Gods Genade ,als een sleutel,
wordt zo’n hart zacht en toegankelijk.
Bereikbaar en aanraakbaar
voor de liefde van God en mensen.
Leni.