Ga weg.
Iedere morgen
word ik gewekt
door het gekoer
van duiven.
Ik wil nog wat slapen,
draai me om en hoop,
dat ze ergens anders
gaan fuiven.
Leni.
Ga weg.
Iedere morgen
word ik gewekt
door het gekoer
van duiven.
Ik wil nog wat slapen,
draai me om en hoop,
dat ze ergens anders
gaan fuiven.
Leni.
Zondag regendag.
Zondag
regendag,
Vogels en bloemen
genieten van deze bui,
na dagen van droogte en hitte,
van stralende zon.
Vogels nemen een douche,
een duif zit met opgeheven vleugels
op de schommelbuis.
Een merel wast zijn veren
boven op het vogelhuis.
De bloemen fleuren op.
Zondag
regendag,
het was een fijne dag.
Leni.
Een lijsterbes.
Zo’n boom in de tuin
vind ik een zegen.
Voor de merels
maar ook voor mezelf.
Ik kan uren naar de merels kijken,
hoe ze snoepen van de boom.
De boom is zomaar vanzelf gekomen.
Gebracht door een merel
die hier zijn poepje achterliet.
Na jaren genieten de merels
nu van de bessen van hun boom.
En ik…….geniet van beide.
Want de boom is prachtig
met heel veel oranje bessen.
En ik kijk mijn ogen uit
naar de knappe kunsten
van de merels.
Maar nu is de boom leeggesnoept,
het feest van de merels en van mij
is weer voorbij.
Leni.
Geroofd.
De ene keer sta je in de tuin
vol verwondering naar het gezang
van een lijster te luisteren,
een andere keer word je aandacht getrokken
door de bange roep van een vadermerel.
Dan zie je zomaar hoe een ekster
een jonge merel uit het nest rooft.
Door ons geroep laat de ekster
zijn prooi vallen.
De jonge merel valt dood op de grond.
Zo jong nog,nog maar net uit het ei.
Wij staan verslagen bij dat dode jong.
Pa merel blijft roepen
want de ekster is nog in de buurt
en het nest is nog niet leeg.
Zo ben je de ene keer geraakt
door het gezang van een lijster,
een andere keer geraakt
door de hardheid van de natuur.
Toegift.
Ik heb het lied
van de lijster gehoord.
Het werd door geen
ander geluid verstoord.
Stil en luisterend
ging ik naar buiten.
Op zoek naar de vogel
die zat te fluiten.
In de hoogste boom
zong hij zijn prachtig lied.
Dit luistermoment
vergeet ik zeker niet.
Het lijstergezang
heeft mij diep geraakt.
Wat mooi toch heeft God
Zijn schepping gemaakt.
Leni.
Samen doen.
Er wordt gebouwd
heel hoog in de bomen.
Daar willen graag
twee eksters wonen.
Samen slepen ze
van alles aan.
Ik vind dat toch zo
knap gedaan.
Ze vlechten al die kleine takjes
tot een heel mooi nest.
Wat doen zij samen
vreselijk hun best.
Leni.
Tussen de tegels.
Een roodborstje
danste over de tegels
van het terras.
En keek in het rond
of dat er nog wat
te eten was.
Hij danste en danste en keek
al zoekend om zich heen.
En ja,hij vond een dikke worm,
helemaal voor hem alleen.
Zijn dansje werd beloond.
Leni.
Nieuwsgierige aagjes.
Een koolmeesje
tikte tegen de ruiten.
Ik was nieuwsgierig
en keek naar buiten.
Toen ik haar
zo bezig zag,
schoot ik
in de lach.
Ik keek naar buiten,
zij naar binnen,
is er iets leukers
te verzinnen?
Leni.
Even de post halen.
De zwaluwen kwamen
afscheid nemen.
Ze tsjipten vrolijk
hun afscheidslied
en schreven voor mij nog even
hun boodschap in de lucht.
Alleen was de hemel nu niet blauw,
maar was het mistig en kil.
Ze cirkelden in grote groepen
rondom ons huis
en waren ineens verdwenen.
Ze namen de zomer mee
en het werd stil.
Ik zal hun boodschap
,,God houdt van jou”
niet vergeten.
Ik kan er de winter mee door.
Leni.
Vandaag.
De winterkoning
zingt uit volle borst.
De mussen drinken
ze hebben dorst.
De lijster neemt
een ochtendbad.
ze spat hierbij
de merel nat.
Een kleine muis
vlucht naar z’n hol.
Dit schrijfsel
heb ik ook weer vol.
Met zomaar niets,
met zomaar iets,
met iets
waar’k van geniet.
Leni.
Gods Hand.
Kleine zwaluw
hoog in de wolkeloze lucht,
schrijf jij een boodschap
in vogelvlucht.
Met kleine vlugge vleugels
schrijf jij op hemelsblauw:
God houdt van alle mensen,
dus ook van jou!
door:Leni.
Mijn kerkgang.
Ik stond
voor het open raam te dubben,
of dat ik naar de kerk zou gaan.
Buiten klonk een gezang
uit wel duizend kelen,
ik dacht:dit is pas kerk,
wat kan de rest me schelen.
Vol verwondering
heb ik geluisterd
naar het lied van al die vogels,
het gekets van de roodborst
klonk van heel dichtbij.
Al die vogels dankte God
voor weer een nieuwe lente,
voor een nieuwe dag.
En ik??????
Ik dankte
staande voor het open raam
met al die vogels mee.
Door:Leni.
Het verschil.
Er zijn twee merels
hard aan het werk.
Ze bouwen een nest
in onze berk.
Vooral ma merel
is vol ijver,
ze haalt steeds klei
uit onze vijver.
Pa merel wast
zijn verenpak
en laat zich drogen
op het dak.
Pa merel werkt
nu even niet,
hij zingt uit volle borst
een lied.
door:Leni.
Zwart mutsje.
Een koolmeesje zoekt
langs het raam
naar spinnen.
Als ze kon
kwam ze zeker
bij me binnen.
door:Leni.
Vorst.
Er ruist langs de wolken
een lieflijke boodschap.
In de V van Vrede,
gevormd door Vogels
met wijduitgespreide Vleugels,
genietend met Volle Vreugde
van hun Vrijheid.
Ze Vliegen Vol Verlangen
langs de wolken in een grote V
als boodschappers van God.
Vrede-Vreugde-Vrijheid.
Maar het is ook de V van
Verlaten,Vergeten en van Vluchten.
Als jij je Verlaten en Vergeten Voelt
door mensen die jij Vertrouwde,
mag jij Vluchten naar
de Veilige schuilplaats bij de Heer.
Onder de Vleugels van Zijn liefde
mag jij schuilen, God is te Vertrouwen
bij Hem ben je Veilig in jouw Verdriet.
Hij geeft jou weer Vreugde en Vrijheid
en Verlangen naar nog meer van Hem.
Dit alles mag jij van God Verwachten,
omdat Jezus jou van alle zonden Verlost heeft.
Er ruist langs de wolken een boodschap van;
Vrede en Vrijheid van Veilig en Vertrouwd.
Een boodschap van God
Vol Verlangen naar jou.
Neem de boodschap aan.
door:Leni.