Categorie: .Herfst.
Afscheid van een zomer.
De schaduwen
worden langer,
de bomen
worden kaler,
het groen werd oranje
het oranje werd bruin.
De zomer is voorbij.
De oogst is in volle gang,
de vruchten worden geplukt.
Zo is de natuur.
De schaduwen worden kleiner,
het lijf zakt in.
Het haar wordt dunner,
het blond wordt grijs,
het grijs wordt steeds witter.
De jeugd is voorbij.
De mens wordt mooier,
wordt met rimpels gedecoreerd.
Het teken van wijsheid.
Zo gaat het bij mensen….
leni@vanmarion.nl
Rafelig.
Rafelig.
Een blad van een boom.
Eerst nog een kleine knop diep verscholen in de tak.
De voorjaarszon doet de knop groeien en groeien…….
Een blad komt te voorschijn,jong,fris en groen…..
Maar na het verloop van het seizoen
komt een rups en vreet hem aan….
gaatjes en rafels vervagen de originele vorm.
De herfst kleurt hem bruin.
De storm rukt hem van de boom
en smijt hem ergens nat en verregend in de tuin,
bij de rest van de afgevallen bladeren.
En daar ligt hij dan,
een afgevallen aangevreten gerafeld blaadje…..
Maar hou je hem tegen het licht dan zie je…………..
Een mens op weg…..in de knop nog
een ontluikend wonder in geloven.
Jong en fris.
Maar de seizoenen van het leven eten aan dat hart.
Door verdriet en pijn ontstaan er gaten en rafels.
Maar door het leven met God
zijn die gaten openingen geworden waar
Gods Licht door heen kan schijnen.
Door al die beschadigingen wordt er steeds meer
van God zichtbaar voor jou.
Want als jij die mens ontmoet,
als God die mens op jouw weg brengt,
zal Gods Licht jou raken en nieuwsgierig maken.
Jij wilt weten hoe het mogelijk is dat zo’n kapot mens
zoveel van Gods Licht verspreiden kan.
Dat Licht zal ook jou aansteken,
omdat je ziet hoe stuk dat mens ook is,
zo sterk en vol van liefde is …….
vol liefde voor God en medemens,
vol van liefde ook voor jou……
Leni.
Wazig.
Wazig.
Dikke mistige flarden
hangen geheimzinnig boven het land.
Ze lossen langzaam op
door de stralen van de zon.
Ze zoeken hun weg
door de dunne plekken van de mist.
De wereld wordt langzaam groter.
De horizon wordt weer zichtbaar door de zon,
die op dit moment steeds sterker wordt.
De druppels van de mist
beginnen te glinsteren als kristallen door de zon.
Een heel klein stukje van Gods schepping
is er zomaar in te zien.
Ik kijk mijn ogen uit.
Leni.
Nevel.
Nevel.
De kleuren van de seizoenen
gaan aan onze ogen voorbij.
Elk seizoen heeft
zijn eigen gekleurde schoonheid
en verschil van,
met en zonder zon.
De herfst met haar gouden paden,
en de restanten van het goud nog aan de bomen,
roepen een doe-gevoel op.
Kom we gaan naar buiten.
Stoeiend en spelend betreden we de gouden paden.
De zon speelt met de lange schaduwen als we daar lopen,
op dat speciale novemberpaadje.
Geplaveid met bladeren van goud.
En gedecoreerd met hele mooie paddestoelen.
Ze creëert zo haar eigen unieke sfeer van de herfst,
die iedereen verwondert.
De mistige nevels van de herfst brengen
hun eigen gevoel in het geheel.
Verdrietig,
tranen plengend,
om het afscheid van de zomer.
Al het goud is bruin en vies geworden.
Wij blijven nu maar liever thuis,
met de kachel op hoog en de kaarsjes aan.
Leni.
Nieuw blaadje.
Nieuw blaadje.
Een afgevallen blaadje
met goed nieuws,
tikt hoog tegen de ramen.
Als ze kon was ze zeker
bij me naar binnen gewaaid.
Een blaadje met goed nieuws
dat zegt:
Ook al is het herfst
en ben ik van mijn boom gewaaid,
aan deze sombere tijd
komt een einde.
Na de winter wordt
het weer licht.
Door deze donkere tijd
moet je heen.
Maar wel met de verwachting
naar al het nieuwe dat gaat komen.
Nieuwe blaadjes aan de bomen.
Leni.
Mist.
Mist.
Buiten ziet alles
er zo treurig uit.
De wereld is zo klein.
Alle bomen treuren,
ze zijn hun bladeren kwijt.
Aan ieder takje
hangt een traan,
zo vochtig is het buiten.
Maar dan opeens
een zonnestraal,
de tranen worden parels.
door:Leni.