De gevangenbewaarder van Filippi.


Dit Bijbelgedeelte
heeft onze kleinzoon LUUK (9 jaar)uitgekozen.
Handelingen 16:19-40 uit NBG.
19.Toen nu haar eigenaars
(van een slavin met een waarzeggende geest)
 
zagen,
dat hun kans op voordeel verdwenen was,
grepen zij Paulus en Silas en sleurden hen
naar de markt voor de overheid,
2o.en toen zij hen bij de hoofdlieden gebracht hadden,
zeiden zij:Deze mensen brengen onze stad in rep en roer,
daar zij Joden zijn,21.en zij verkondigen zeden,
die wij als Romeinen niet mogen aanvaarden of volgen.
22.Ook de menigte schoolde tegen hen samen
en de hoofdlieden scheurden hun de kleren van het lijf
en lieten hen met de roede geselen;
en na hun vele slagen gegeven te hebben,
wierpen zij hen in de gevangenis met bevel aan
de bewaarder hen zorgvuldig te bewaken.
24.Daar deze zulk een bevel ontvangen had,
zette hij hen in de binnenste kerker en sloot hun voeten
zorgvuldig in het blok.
25.Maar omstreeks middernacht baden Paulus en Silas
en zongen Gods lof en de gevangenen luisterden naar hen.
26.Doch plotseling kwam er een zware aardbeving,
zodat de grondvesten der gevangenis schudden;
en terstond gingen alle deuren open en de boeien
van allen raakten los.
27.En de bewaarder,uit zijn slaap opgeschrikt,
zag de deuren der gevangenis openstaan,
trok zijn zwaard en was op het punt zelfmoord te plegen,
in de waan,dat de gevangenen ontsnapt waren.
28.Maar Paulus riep met luider stem;
Doe uzelf geen kwaad,want wij zijn allen hier!
29.En hij liet licht brengen,sprong naar binnen
en wierp zich,bevende over al zijn leden,
voor Paulus en Silas neder.
30.En hij leidde hen naar buiten en zeide:
Heren,wat moet ik doen om behouden te worden?
31.En zij zeiden:Stel uw vertrouwen op de Here Jezus
en gij zult behouden worden,gij en uw huis.

32.En zij spraken het woord Gods tot hem
in tegenwoordigheid van allen,die in zijn huis waren.
33.En in datzelfde uur van de nacht nam hij hen mede
om hun striemen af te wassen,en hij liet zichzelf
en al de zijnen terstond dopen;
34.en hij bracht hen naar boven in zijn huis
en richtte een tafel aan,en hij verheugde zich,
dat hij met zijn gehele huis tot geloof in God gekomen was.
35,En toen het dag was geworden,zonden de hoofdlieden
de gerechtsdienaars om te zeggen:Laat die mensen vrij.
36.En de bewaarder deelde dit bericht aan Paules mede:
De hoofdlieden hebben doen weten,
dat gij moet  vrijgelaten worden;
vertrekt dan nu en gaat heen in vrede.
37.Maar Paulus zeide tot hen:Zij hebben ons,
hoewel wij Romeinen zijn,zonder vorm van proces
in het openbaar gegeseld en in de gevangenis gezet,
en willen ons er nu ongemerkt uitzetten?
Geen sprake van;laten zij zelf komen en ons er uit leiden.
38.En de boden brachten deze woorden over aan de hoofdlieden.
En dezen werden bevreesd,toen zij hoorden,
dat het Romeinen waren;
39.en zij kwamen het hun verzoeken,
en toen zij hen de gevangenis uitgeleid hadden,
vroegen zij hen de stad te verlaten.
40.En uit de gevangenis gekomen,gingen zij naar Lydia,
en zij zagen de broeders en spraken hen bemoedigend toe
en vertrokken.