28.Gabriël ging haar huis binnen en zei:
Gegroet Maria,je bent begenadigd,
de HEER is met je.
29.Ze schrok hevig bij het horen van zijn woorden
en vroeg zich af wat die begroeting
te betekenen had.
30.Maar de engel zei tegen haar:
Wees niet bang,Maria,
God heeft je Zijn gunst geschonken.