Romeinen 6:8+9

Romeinen 6:8+9 NBV
Wanneer wij met Christus
zijn gestorven,
geloven we dat we ook net Hem
zullen leven,
omdat we weten dat Hij,
die uit de dood is opgewekt,
niet meer sterft.
De dood heeft geen macht
meer over Hem.

Romeinen 12:20+21


Romeinen 12:20+21 NBV
20.Maar,
als uw vijand honger heeft,
geef hem dan te eten,
als hij dorst heeft,
geef hem dan te drinken.
Dan stapelt u gloeiende kolen
op zijn hoofd.
21.Laat u niet overwinnen
door het kwade,
maar overwin het kwade
door het goede.

 

2 Timoteüs 3:16+17

2 Timoteüs 3:16+17 NBV
Elke schrift tekst is
door God geïnspireerd

en kan gebruikt worden
om onderricht te geven,
om dwalingen en fouten
te weerleggen,

en om op te voeden
tot een deugdzaam leven,
zodat een dienaar van God
voor zijn taak berekend is
en voor elk goed doel
volledig is toegerust.

2 Timoteüs 3:16+17
Uit de statenvertaling
Al de Schrift is
van God ingegeven,

en is nuttig tot lering,
tot wederlegging,
tot verbetering,
tot onderwijzing,
die in de rechtvaardigheid is;
Opdat de mens Gods
volmaakt zij,
tot alle goed werk
volmaaktelijk toegerust.

 

1 Timoteüs 4:4

1 Timoteüs 4:4 NBV
Alles wat God
geschapen heeft
is goed.
Niets hoeft
te worden verworpen
als het onder dank
wordt aangenomen,
5.want het is geheiligd
door het Woord van God
en door het gebed.

2 Timoteüs 2:19

2 Timoteüs 2:19 NBV

Maar het fundament
dat God gelegd heeft,
ligt onwrikbaar vast
en draagt het opschrift:
De Heer weet wie
Hem toebehoren
en laat ieder die de Naam
van de Heer noemt,
onrecht uit de weg gaan.

Jeremia 23:23+24


Jeremia 23:23+24 NBV
23.Ben IK alleen
een God van dichtbij,
ben IK niet ook een God van ver?
-spreekt de HEER.
24.Als iemand zich verbergt,
zou IK hem dan niet zien?-
spreekt de HEER.
Ben IK niet overal,
in de hemel en op aarde?-
spreekt de HEER.

 

Daniël 2:20-22


Daniël 2:20-22 NBV

Geprezen zij de Naam van God,
van eeuwigheid tot eeuwigheid,
want Hij bezit wijsheid en kracht.
Hij verandert tijden en uren,
Hij zet koningen af en stelt koningen aan,
Hij geeft de wijzen hun wijsheid
en de verstandigen hun kennis.
Hij onthult diepe, verborgen dingen,
Hij weet wat in het duister is gehuld
en het licht woont bij Hem.

Johannes 1:14


Johannes 1:14 NBG

14.Het Woord is vlees geworden
en het heeft onder ons gewoond
en wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd,
een heerlijkheid als van de enig geborene
des Vaders,
vol van Genade en waarheid.

Johannes 1:14 NBV
14.Het Woord is mens geworden

en heeft bij ons gewoond,
vol van goedheid en waarheid
en wij hebben Zijn grootheid gezien,
de grootheid van de enige Zoon
van de Vader.

1 Korintiërs 12:28-31


Het  lichaam van Christus!

1 Korintiërs 12:28-31 NBG
28.En God heeft sommigen aangesteld
in de gemeente, ten eerste apostelen,
ten tweede profeten,
ten derde leraars, verder krachten,
daarna gaven van genezing,

bekwaamheid om te helpen,
om te besturen,
en verscheidenheid van tongen.

29.Zijn zij soms allen apostelen?
Allen profeten?

Allen leraars? Allen krachten?
30.Hebben soms allen gaven van genezing?
Spreken soms allen in tongen?
Vertolken zij soms allen?
31. Streef dan naar de hoogste gaven.
En IK wijs u een weg,
die nog veel verder omhoog voert.

1 Korintiërs 12:22-25


Het lichaam van Christus!

1 Korintiërs 12:22-25 NBG
22.Ja, veeleer zijn die leden
van het lichaam,

welke het zwakst schijnen,
noodzakelijk,
23.en juist die delen van het lichaam,
welke wij minder in ere houden,
bekleden wij meer eervol,
en onze minder edele leden worden
met groter eer behandeld,

24.doch onze edele leden hebben
dat niet nodig.

God heeft evenwel het lichaam
zó samengesteld, dat Hij meer eer
gaf aan
hetgeen misdeeld was,
25.opdat er geen verdeeldheid zou zijn,
maar de leden gelijkelijk voor elkander
zouden zorgen.

1 Korintiërs 12:19-21


Het lichaam van Christus!

1 Korintiërs 12:19-21 NBG
19.Indien zij alle één lid vormden,
waar bleef het lichaam?
20.Maar nu zijn er wel vele leden,
doch slechts één lichaam.
21.En het oog kan niet zeggen tot de hand:
ik heb u niet nodig,
of ook het hoofd tot de voeten:
ik heb u niet nodig.

1 Korintiërs 12:17+18


Het lichaam van Christus!

1 Korintiërs 12:17+18 NBG
17.Als het lichaam geheel
en al oog was, waar bleef het gehoor?
Als het geheel en al gehoor was,
waar bleef de reuk?
18.Nu heeft God echter de leden,
elk in het bijzonder,
hun plaats in het lichaam
aan gewezen,

zoals Hij heeft gewild.

1 Korintiërs 12:14-16


Het lichaam van Christus!

1 Korintiërs 12:14-16 NBG
14. Want het lichaam bestaat toch ook niet
uit één lid, maar uit vele leden.
15.Indien de voet zeggen zou:
omdat ik niet de hand ben,

behoor ik niet tot het lichaam,
behoort hij daarom niet tot het lichaam?
16.En indien het oor zeggen zou:
omdat ik niet het oog ben,
behoor ik niet tot het lichaam,
behoort het daar om niet tot het lichaam?

1 Korintiers 12:12+13


Het lichaam van Christus!

1 Korintiërs 12:12+13 NBG
12.Want gelijk het lichaam één is
en vele leden heeft, en al de leden
van het lichaam, hoe vele ook,
één lichaam vormen, zo ook Christus;
13.want door één Geest zijn wij allen
tot één lichaam gedoopt,
hetzij Joden, hetzij Grieken,
hetzij slaven,
hetzij vrijen en allen
zijn wij met één Geest gedrenkt.

1 Korintiërs 12:26+27


Het lichaam van Christus!

1 Korintiërs 12:26+27 NBG
26.Als één lid lijdt, lijden alle leden mede,
als één lid eer ontvangt,
delen alle leden in de vreugde.
27.Gij nu zijt het lichaam van Christus
en ieder voor zijn deel leden.